Lees het volledige De Tijd-artikel
Het aandeel van 25- tot 34-jarige werknemers dat meer dan een maand ziek thuiszit, is de jongste twee jaar fors gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het sociaal secretariaat Securex. In de eerste helft van het jaar was op een gemiddelde werkdag 5,89 procent van de werknemers in België al langer dan een maand afwezig wegens ziekte of een ongeval. Ter vergelijking: tien jaar geleden was dat nog geen 4 procent. Zowel het middellange als het langdurige absenteïsme neemt toe. 2,53 procent van de werknemers is tussen een maand en een jaar buiten strijd, terwijl 3,36 procent al langer dan een jaar niet kan werken. In beide gevallen is dat een record. De stijging is vooral erg groot bij de jongste werknemers (25-34 jaar). Daar was 2,13 procent één tot enkele maanden afwezig, een toename met 26 procent tegenover dezelfde periode in 2022. 0,75 procent bleef een jaar of langer thuis, goed voor een stijging met 42 procent. De vaststellingen van Securex zijn gebaseerd op een zeer ruime steekproef bij zo’n 165.000 werknemers uit de privésector, in bedrijven tot 1.000 werknemers. Het ziekteverzuim omvat zowel fysieke als mentale aandoeningen, zoals burnouts.
Een eenduidige reden voor de toename van de lange afwezigheden bij jongeren is er niet, maar experts zien wel enkele mogelijke verklaringen. Stephanie Heurterre, senior hr-consultant bij Securex, ziet een link met het toegenomen zittend leven en de lange schermtijd van jongeren. ‘Daardoor bewegen ze minder dan oudere werknemers, met negatieve gevolgen voor hun fysieke en mentale gezondheid.’ ‘Onderzoek heeft enkele redenen geïdentificeerd waarom mensen zich ziek melden, zowel omdat ze niet kunnen werken als vanwege motivatieproblemen. Het is mogelijk dat sommige van die oorzaken sterker spelen bij jongeren’, zegt hr-professor Kathleen Vangronsvelt (Antwerp Management School). Ze noemt onder meer het gebrek aan sociale connecties, mede als gevolg van het vele thuiswerk na de coronacrisis. Ook de zogenaamde ‘werkcentraliteit’ de centrale rol die een job speelt in iemands leven en identiteit is mogelijk gedaald in de jongere leeftijdsgroepen. Tegenover de toename bij de jongeren staat een opmerkelijke daling van de middellange afwezigheden bij de 55- tot 59-jarigen, met 11 procent in vergelijking met 2022. Heurterre vermoedt dat dit een gevolg is van de inspanningen om zieken die langere tijd out zijn - een groep waarvan oudere medewerkers een groot deel uitmaken - te re-integreren. ‘Vanuit de praktijk horen we dat het medisch deeltijds regime meer gebruikt wordt. Ook wordt vaker gekeken naar aangepast werk.’
Ook bij arbeiders steeg het middellange (+11%) en langdurige (+9%) absenteïsme sterker dan gemiddeld. Naast klassieke risicofactoren, zoals de fysieke belasting en het gebrek aan autonomie, speelde de voorbije maanden wellicht ook de toegenomen jobonzekerheid een rol. Uit recent onderzoek door Securex bleek al dat de combinatie van die factoren heeft geleid tot een groter risico op burnouts bij arbeiders. Vangronsvelt waarschuwt ervoor de redenen voor burnouts en ziekteverzuim niet alleen bij het individu te leggen, maar ook te kijken naar maatschappelijke trends zoals de vraag naar meer autonomie in het werk. ‘Onze manier van leven is sterk veranderd, maar het werk blijft vaak op de oude manier georganiseerd. Als we alleen maatregelen nemen om individuen weerbaarder te maken, doen we niets aan die grondoorzaken.’